Deze keer werd er een excursie ‘in eigen huis’ in Utrecht georganiseerd waarbij het ‘Studielandschap’, het depot van het Universiteitsmuseum in de Uithof en het Universiteitsmuseum werden bezocht.

We begonnen donderdagochtend met een ontvangst in het Androclusgebouw, waar Claudia Wolschrijn, hoofd Anatomie, een inleiding gaf over de huidige indeling van de studie in een Bachelor en Masteropleiding. Ook gaf ze uitleg over de opbouw van het anatomieonderwijs. Alleen al het woord “responsie” bracht ons terug in de tijd.

Vervolgens werden we door Henk van Dijk rondgeleid in de studiezaal waar zich een grote verzameling bevindt van skeletten, preparaten en ander studiemateriaal. Arend Schot verzorgde de rondleiding in de snijzaal en de preparaten die er bij dat onderdeel van de studie horen. In de snijzaal was geen formalinelucht meer waar te nemen. Arend vertelde enthousiast over de huidige wijze van conserveren. Met het plastineren was niet alleen de formaline niet meer nodig, maar konden soepele preparaten worden gemaakt, die zich veel beter lieten bekijken dat het stugge materiaal van weleer. Tot slot toonde Peter Koolmees ons de museale collectie bij de collegezalen.
Na de lunch bracht een wandeling over het Uithofterrein ons bij het depot van het universiteitsmuseum.
Na een korte inleiding werden we hier wegwijs gemaakt door Peter Koolmees en Charlotte Hartong. We troffen veel diergeneeskundige zaken aan, maar ook de humane geneeskunde en de tandheelkunde tellen veel historische materialen en instrumenten.

Hierna ging ieder zijns weegs om elkaar weer te treffen op het terras van restaurant Goesting op het oude diergeneeskunde terrein. Na het drankje op het terras werd er binnen in de oude hondenstal een prima diner geserveerd.

Op de vrijdagochtend bezochten we het Universiteitsmuseum. We bekeken de collectie van het museum. We bekeken het Bleuland kabinet, de uitgebreide verzameling van skeletten, foetussen op sterk water en waspreparaten van lichaamsdelen.  Ook waren er enkele mooie natuurkundige verschijnselen te zien en schrokken twee deelnemers behoorlijk toen ze met een gezamenlijke inspanning een vacuüm ophieven.

Bij de tentoonstelling “Tot op het bot” was naast de vele skeletten het nodige te zien over gebitten, huiden, wervels, vinnen, harten, darmen, geweien en veel andere lichaamsdelen.
Het bezoek aan het Universiteitsmuseum werd afgesloten in de Oude Hortus, de tuin bij het museum. Daarin konden we een oeroude boom bewonderen. Deze Ginkgo is geplant in 1750 en nog steeds heel levenskrachtig.
Na dit bezoek volgende nog een lunch in het op loopafstand van het museum gelegen restaurant De Rechtbank.

Met dankzegging aan Jons Straatman en Peter Koolmees voor de organisatie van deze excursie kon iedereen tevreden huiswaarts gaan. Wat we verwachtten was waargemaakt, je hoeft niet naar een ver buitenland om veel mooie geschiedenis te zien.

H.K.H.